Tantric Advaita |
Dit Noord-Indiaas snaarinstrument bestaat uit een kalebas (vrucht) waarrond men een houten constructie bouwde. Die vorm komt overeen met de vorm van de sitar. Meestal heeft de tanpura 4, soms 5 en uitzonderlijk 6 snaren.
Er bestaat een mannelijke, vrouwelijke en baby tanpura naargelang de toonhoogte. De mannelijke, die het diepst klinkt en het grootst is in omvang, resoneert het meest.
Onderaan het instrument, te midden van de kalebas, is een brug gemonteerd waar de snaren op steunen. Een typisch Indiase uitvinding is dat men tussen brug en snaren draadjes (garen) plaatst waardoor er ruimte ontstaat. Hierdoor kunnen de snaren intenser trillen en boventonen ontstaan. Dit geldt trouwens ook voor de sitar, rudra veena en surbahar (bas sitar).
Bij het meezingen met de tanpura, dat enkel als begeleidingsinstrument gebruikt wordt, gaat de stem zich vermengen met de boventonen.
Boventonen hebben een energetische werking op lichaam en geest. De kalebas doet dienst als klankkast. De kwaliteit van de bodem waarin de kalebas opgroeide, speelt een belangrijke rol. De gehele constructie wordt gepolitoerd: gedrenkt in een alcohol opgeloste hars. De tanpura blinkt dan zoals oude radio's.
Het samen zingen met de tanpura kan gezien worden als yoga gebaseerd op de tantrische kennis van nadis en chakras.
Binnen de vedische filosofie is het leven een spel, een spiritueel theater, een "Leela". Leela yoga is dan ook gelukkig geen nieuw soort yoga, want daarvan zijn er al meer dan genoeg. Als het leven een spel is, dan is ook yoga een spel dat we pas serieus kunnen spelen als we onszelf en het spel niet al te serieus nemen. Dat is de betekenis van Leela, niets meer en ook niets minder.
Schrijf je in op onze maandelijkse nieuwsbrief, dan blijf je op de hoogte van alle activiteiten, zie je welke nieuwe video lessen beschikbaar zijn en krijg je ook diverse tips en tricks.